Dit is het einde van Groningen, een paar passen verwijderd van de grens van gemeente en provincie. Als een gespannen boog liggen hier 22 woningen. De boog is door de doorlopende gele dakrand een echte boog die laat zien dat alles in één keer gebouwd is. Boven deze lijn hebben sommige bewoners nog een houten dakopbouw laten maken. Op de eerste verdieping heeft de gevel na na iedere woning een knik, terwijl de boog doorloopt in een vloeiend lijn. Op de begane grond vormen twee woningen een zaagtand waarbij de ene woning de entree in de voorgevel heeft en de andere om de hoek in het andere tandvlak. De woningen zijn breed gemaakt om ze in verhouding te krijgen met de diepe tuinen.
Tegenover de boog ligt een volume met 11 appartementen. Dit volume is niet vierkant, dat zou erin hakken, en ook niet rond; dan zou het nergens bij horen. Het heeft de vorm van een rustige ellips waar elk moment van de dag het licht anders over strijkt.
Dankzij het dubbele trappenhuis waar de noodtrap in vervlochten is brandt er altijd licht. Zo is er altijd leven in de brouwerij.