Sinds november 1970 bewonen Sabien
de Kleijn en Arne van Herk het binnen
vaartschip Res Nova. In de loop der
jaren hebben ze overal gelegen, van
Groningen tot Antwerpen, in telkens
een andere omgeving en met telkens
nieuwe buren. Zeker in het begin voelden ze zich daardoor ‘explorers’, met
vakantie zonder ooit iets vergeten mee
te nemen.
Aan boord ben je zelfvoorzienend
zonder elektriciteit of stromend water,
wat noopt tot zuinigheid en inventiviteit. Van Herk en De Kleijn hebben
twintig jaar op het schip geleefd zonder
aansluitingen. Met water in tanks, olie
voor de verwarming, elektrische pompen voor wat echt niet met de hand kon,
gasflessen om te koken en een
Amerikaanse windmolen (van een
vooroorlogs type dat vanwege de oorlog
in Vietnam weer in productie was genomen) om 12V stroom op te wekken.
Hun eerste ligplaats, de
Rotterdamse Wijnhaven, was gereser
veerd voor beroepsvaart, zodat ze
moesten camoufleren dat ze op hun
schip woonden. Daarom zaten de
ramen verscholen in de luikkappen. De
ramen waren van plexiglas, met bouten
op trekspanning geklemd, als een vel.
Je zag ze nauwelijks in de bruine dekkleden. Later kwamen er witte dekkleden waar je de ramen wel goed in zag
en werd ook een andere versie ontwik
keld van wederom plexiglas, vastgezet
met elastiek, op kragen van autopor
tierrubbers.
Met spleten van slechts twintig cen
timeter breed in de lengterichting bleek
je voldoende licht en zicht te krijgen.
Licht en schaduw bepalen de oriëntatie
aan boord. Toen het schip de eerste
keer een slag gedraaid werd, was het
confronterend om te merken dat het
richtinggevoel ontregeld was. Onder
de luikkappen, die nog altijd open kun
nen, zit zeildoek. De ramen in de luiken
zijn schuin afgetimmerd om maximaal
rendement te hebben van de smalle
spleten.
Binnen is isolatie aangebracht tegen de scheepswand, met daarover heen golfplaat dat tegen de bolling is geklemd, dat met de stilstaande lucht ook weer isoleert. Van tweedehands luiken zijn lange banken getimmerd, die net als de houten vloer uit korte stukken bestaan, vanwege de torsie en beweging in de romp. Het schip heeft een klein voor- en achteronder en een stuurhut met keuken, de enige plek met uitzicht, als een soort prieel op het dak van het ruim.
Voorin ligt als een ei een gestuukte kooi. Het achteronder is bekleed met een behang van schrijfmachinepapier. In het voor- en achteronder staan kachels zodat je je ’s winters kunt terugtrekken in een kleiner deel van de ruimte. Het schip was in de eerste jaren behalve woonruimte ook bureau, met tekentafels, werkbanken en gereedschap. Dankzij het leven op de Res Nova weten Van Herk en De Kleijn zich als gebruiker en ontwerper behendig te bewegen in een minimale ruimte, wat is terug te zien in hun kleinere projecten, de verbouwingen met kombuisachtige keukens en in hun meubelstukken. Daarnaast heeft het leven aan boord, dicht bij de natuur, ze sterk bewust gemaakt van de ruimte en hoe je al varend daarin kunt verdwijnen.